Haal de levensethische vragen uit de controle van de overheid. De toepassing van filosofische theorieën op praktische ethische keuzen dateert al van Plato maar heeft opgang gemaakt sinds half vorige eeuw. Het massageweld van 2 wereldoorlogen was daar niet vreemd aan. Is liegen altijd verkeerd? Is stelen principieel een misdrijf? Is geweld in bepaalde omstandigheden gewettigd? Is zelfdoding een egoïstische of een altruïstische daad? Is abortus een aanslag op nieuw leven of het voorkomen van later lijden voor het kind? Is sterven een natuurlijk proces of kan dit sterven medisch bespoedigd worden?
Deze levensvragen zijn belangrijk in de zin dat ze niet alleen ons individueel geweten vormen, maar ook omdat ze discussie losweken in het publieke forum. Burgers worden betrokken bij een ethische keuze van een koppel vrienden, een familieraad kan zijn diverse meningen uiten in een probleem dat één van haar leden betreft weze het een zwangerschap, een overlijden, een draagmoederschap, een in vitro fertilisatie, een genetische behandeling, een stamcelonderzoek en therapie. Mijn mening is dat deze ethische keuzen, dit geldt eveneens voor de levensbeschouwingen, in de privaat-en maatschappelijke sfeer moeten kunnen besproken worden en uit de politieke besluitvorming moeten gehaald worden. Ik heb daar verschillende redenen voor:
+ De mens beschouw ik als een vrij én verantwoordelijk wezen. Als personalist stel en ervaar ik dat de relatie van mens tot mens en van mens tot milieu hoekstenen vormen van een maatschappij die leefbaar wordt en blijft. De ethische keuzen worden alleen daardoor beïnvloed, en hoeven niet in onpersoonlijke wetten gegoten te worden.
+ De sapiens, zo noemt men ons, is het eerste levend wezen met een geweten. Dit geweten, kruispuntbank van opgedane indrukken uit de opvoeding, aangeleerde redeneringen uit de opleidingen, eigen denken en lectuur, persoonlijke ervaringen in omgang en gevoelens, moet permanent geoefend worden om later ethische keuzen te maken wanneer zich een levensvraag stelt. Zeker deze van het begin en einde van leven.
+ Een ethische keuze en beslissing is en blijft een privaat aangelegenheid. Ze raakt zeer vaak het diepste van jezelf en roept om raad van een geliefde of vertrouwenspersoon. De morele referentie is nooit een wet, wel een eigen waardenbesef.
+ De diverse vormen van de toegepaste ethiek, de bio, de milieu, de geweld en geweldloosheidethiek, worden best gedebatteerd in daarvoor samengestelde groepen die zowel burgers die zulke levenskeuzen hebben doorgemaakt, zorgverstrekkers, wetenschappers, filosofen, ethici, informatici (denk aan de ethiek van de digitale technologie en artificiële intelligentie) bevatten…De politieke en wetgevende overheid moet alleen een kader scheppen waarin de ethische keuzen van een aantal van haar burgers zich moeten vinden.
Dit kader baseert zich op 4 waarden: is een keuze vrij en niet onder dwang genomen, is ze eerlijk en niet ingegeven door winstgevende motieven, is ze rechtvaardig ten opzichte van naasten, is ze verantwoordelijk vanuit de persoon die de beslissing neemt en diegene die ze ondergaat?
Het ‘ethisch juridisme’, nieuwe vorm van moraalfundamentalisme, dompelt ons als burgers in een bureaucratie die ons letterlijk en figuurlijk infantiliseert.
Des te paradoxaler zijn de huidige ethische strubbelingen rond de versoepeling van de abortuswet waarvan niemand ooit een peiling heeft verricht in een cohorte van de bevolking om te weten of ze relevant, nuttig of reëel is. De ethische oprispingen van de politieke voor-en tegenstanders klinken zo hypocriet te midden van een virale pandemie, waar onze ‘gewetensvolle’ overheid een ganse generatie ouderen zelfs geen eu-thanatos of goede dood heeft gegund. Ik word daar stil van.
Dr. Réginald Moreels, humanitair chirurg. (12-07-20)